Allegaartje aan indrukken van deze week
Oi, oi oi - wat gaat de tijd snel! Ik ga alweer bijna naar huis, en inmiddels ben ik hier zo op mijn gemak dat ik het echt heel jammer vind. Niet in de laatste plaats vanwege mijn onderzoek, want hoe meer mensen je spreekt en hoe meer plaatsen je ziet, hoe meer vragen je krijgt. De klassieke cirkelredenering dus, waardoor je nooit genoeg kan doen. Ik berust me dus maar in dat lot en heb vandaag een toeristisch dagje gepland. Ik kan het namelijk jullie niet maken om 3 weken in Istanbul te hebben gezeten zonder ook maar 1 moskee van binnen te hebben gezien! En hoe stoer het ook klinkt (ja, ik had het zo druk met mijn onderzoek dat ik geen tijd had voor toeristische trekpleisters), (en hoe waar dat ook is :-), pronk ik toch liever met het idee dat ik het hier vooral leuk gehad heb.
De afgelopen dagen bestonden eigenlijk uit beide: een fijne balans tussen het nuttige en het aangename. Zaterdagmiddag ben ik voor het eerst naar Azië gegaan, per boot, en daar met een Turkse vriend de buurt verkend. Heb leren backgammonnen (?) - en meteen gewonnen dus stiekem voelde dat toch als een revenche voor de eerder gespeelde potjes schaak. Die avond stond er een leuke date gepland: een bezoek aan een soefi-gypsy-viering. We waren met een leuk gezelschap: een wetenschapper die ik hier ontmoet heb, een soefi-vriendin van hem en Lisette, een meisje dat ik hier getroffen heb en ook godsdienstwetenschap studeert (en behoorlijk aan het klassieke godsdienstwetenschapper-beeld voldoet: linkshandig, vegetariër, en vast een groenlinks-stemmer).
In de gypsybuurt zochten we die avond naar de viering. Dat op zich was al een belevenis. Dan weer werd er op een raam geklopt om te vragen of de viering daar al begonnen was (dat wisten ze niet, we moesten om de hoek even vragen). Een ander moment kwamen we via een verscholen deurtje in een golfplaat bij een braakliggend tuintje, waar een aantal mensen rond een kampvuur zaten (nee, hier is geen viering, de sjeik is ziek, maar probeer het daar eens). Uiteindelijk liepen we ergens een huis binnen en zaten daar wel 40 mensen in een soort woonkamertje, op de grond en op banken, kinderen, oude mensen. We mochten ertussen gaan zitten en kregen meteen vla en cola (heerlijke combi) aangeboden. Ondertussen werd er druk gebeden en gezongen.
De viering bleek al gauw afgelopen te zijn, maar ik kreeg nog wel de kans om wat vragen te stellen aan de sjeik. Ik wist niet zo goed wat ik moest vragen, dus ik hield het maar breed, iets van: 'wat betekent muziek binnen jullie viering? ' of iets dergelijks. Dit bleek voor hem een uitnodiging om uitgebreid te vertellen hoe muziek verbonden was met het heelal. Om dat te kunnen begrijpen was het echter ook nodig om iets te vertellen over de mensheid, en over diens morele kwaliteiten die vertegenwoordigd bleken in minstens 20 heiligen. Mozes staat voor barmhartigheid, Zacharias staat voor goedmoedigheid, Maria staat voor geduld...
Het had een behoorlijk hoog enzovoort-gehalte. Maria is blijkbaar niet in mij vertegenwoordigd, want ik was er al gauw klaar mee. Omdat hij alles in het Turks vertelde en het dus voor mij nog vertaald moest worden, duurde het allemaal nog langer. Maar het toppunt was eigenlijk zijn microfoontje. We waren uiteindelijk nog maar met 10 mensen (ik was dus niet de enige die het saai vond), maar de beste man bleef steevast zijn microfoontje gebruiken. Daar zat echter een bijzonder sterke galm op, waardoor de hele preek klonk alsof hij over door een jaren 70-geluidsinstallatie over een verlaten sportveld werd uitgesproken. Het voordeel is wel dat je alles dan 4 keer hoort.
Na deze viering heb ik bij Lisette geslapen en zijn we de volgende dag naar een vriend van haar in Kesan gegaan - een slaperig stadje ergens in Niemandsland. Maar, er woonden heel veel zigeuners, dus onze missie was om in een zigeuner-jamsessie terecht te komen en te genieten van die prachtige gypsymuziek. Vanwege de vele regen had echter iedereen zijn instrument thuisgelaten en was het dus stil in de café's op straat. Wel zagen we (toen het droog was) een zigeunerbruiloft voorbijkomen. Muziek, dansen, alles erop en eraan. De bruid keek erg verdrietig, want dit was het moment dat ze haar ouderlijk huis ging verlaten.
Teruggekomen in Istanbul ben ik meteen naar een andere soefi-viering geweest en weer allerlei nieuwe indrukken opgedaan. Toen was het wel weer even genoeg: die 48 uur had ik zoveel gezien dat ik dinsdag thuis ben gebleven. Gister echter ben ik weer op pad gegaan, ditmaal naar Edirne om een museum te bezoeken en een professor te spreken. Dit grensplaatsje kende ik van de documentaireserie van Bram Vermeulen over Turkije:http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1297973 Hier steken heel veel vluchtelingen de grens over naar Europa, maar omdat ze door een sterk stromende rivier moeten, verdrinken er veel. Ik had geen kans om bij de rivier te kijken, maar in de stad zelf zag ik veel militairen en een aantal vrachtwagens met vluchtelingen achterin. Gek om dan lekker op je gemak naar het museum te gaan, terwijl zoveel mensen hier komen om te overleven (en daar soms niet in slagen).
Wederom een indrukwekkend dagje dus. Vandaag maar even 'uitrusten' door rustig aan de highlights van Istanbul te bekijken. Ik ga maar gauw, want de tijd gaat hier snel!
Hope for a treasure
'Where there is ruin, there is hope for a treasure.' - Rumi
Ik hoop het maar. Want momenteel loop ik een beetje te dwalen door Istanbul. De onderzoeksgebieden die ik aan hoopte te treffen (Soefisme, Muziektherapie, Geestelijke verzorging), liggen tot nu toe
ver bij elkaar vandaan. Mijn eerste hoop lag bij het Memorial ziekenhuis. Hier werd weliswaar muziektherapie beoefend, maar er werd niet per sé gebruikgemaakt van de soefi-muziek of -methodes. Het
had een relatie met geestelijke verzorging, maar meer vanwege het feit dat muziek op zichzelf mensen kan bijstaan. Dat wisten we dus al (al blijft het zo ontzettend moeilijk uit te leggen hoe dit
nou precies werkt). Een andere hoop lag bij de wetenschappers die ik hier over het onderwerp gesproken heb. Toch bleek ook in gesprekken met hen dat er 2 afzonderlijke gebieden zijn: muziektherapie
(in Turkije toch vaak op het westen gestoeld), en muziek binnen de soefi's (dat vooral binnen een viering gebruikt wordt en wellicht therapeutische uitwerking heeft, maar niet als zodanig
gepresenteerd wordt). En dan hebben we het nu nog niet eens over de geestelijke verzorging!
'What you seek is seeking you.' - Rumi
Ook dat hoop ik, maar tot nu toe merk ik er nog niks van. Ik heb inmiddels 30 mailtjes de deur uitgedaan naar mensen die me meer kunnen vertellen over het onderwerp. Tot nu toe hebben 2 mensen
gereageerd, beide met de tekst dat ze niet de juiste persoon waren om mee te praten. Waar blijven die andere mensen? Op deze manier kan ik geen afspraken maken en is het heel lastig om verder te
komen met mijn onderzoek. Wat het extra moeilijk maakt, is dat het momenteel Kurban Bayram is: een religieuze feestdagenreeks waarbij praktisch iedereen naar familie gaat - en dus vrij is van werk.
Hopelijk zal ik dus na deze feestdagen (dat is dus pas dinsdag!) iets horen van deze mensen, anders gaat het heel lastig worden.
'Start a huge, foolish project, like Noah...it makes absolutely no difference what people think of you.' - Rumi
Het voelt inderdaad een beetje foolish om hier onderzoek te doen, terwijl mijn hoofdonderwerp (soefi-muziektherapie) bijna geen hedendaagse praktijkvoorbeelden kent. Maar so what? Het is
niet zo dat ik hier niks ontdek! Misschien ben ik alleen wat te vroeg. Er zijn momenteel namelijk allerlei ontwikkelingen gaande: muziektherapie is net afgelopen maand erkend als officiële
professie, dus is er een commissie die gaat bepalen wat zo'n muziektherapeut dan moet kunnen. Het interessante is dat die commissie zowel bestaat uit westers-geörienteerde muziektherapeuten als
traditionele (Turkse, Oriëntaalse, Soefistische, Sjamanistische) muziektherapeuten. Wat zou daar uitkomen?
Ook is er net een project gestart om theologiestudenten op te leiden tot geestelijk verzorgers in de gezondheidszorg. Waaruit zal hun opleiding bestaan? Is deze gebaseerd op Islamitische, misschien
zelfs Soefistische filosofieën? Of wordt het eigen kopie van geestelijke verzorging in het westen, zoals het streven is met alles in de Turkse gezondheidszorg? En, tot slot, waarom blijken er
vooral veel Europeanen (zoals ik?) geïnteresseerd te zijn in Turkse muziektherapie en Soefi-filosofieën? Komt het vanwege het idee ‘wat van ver komt, is goed'? Zo vindt er een interessante
ideeënwisseling plaats tussen Turkije en Europa: zij ons gezondheidszorgmodel, wij hun spirituele en muzikale inspiratiebronnen. En misschien slaagt niemand er wel in om het dichter tot elkaar te
brengen.
Was dat ook wat me hier bracht? Het bijeenbrengen van al die verschillende vormen van welzijn (van lichaam, geest en ziel)? Ik weet het niet. Soms kom ik er niet uit en ga ik liever naar huis omdat
ik hier niks te zoeken heb. Maar toch was ik het zélf die hier naartoe wilde...
'Whoever brought me here will have to take me home.' - Rumi
Maar nu nog niet.
p.s. Rumi was een belangrijk soefi-mysticus.
Alle dagen Visdag
...maar niet alle dagen vangdag. Soms is de buit groot die ik vang, soms valt het tegen. Maar, mijn onderzoek loopt! En daarbij voel ik me steeds meer als een vis in het water. In het begin wilde ik nog wel een beetje spartelen maar inmiddels begin ik mijn vinnen uit te slaan, hongerig op zoek naar wetenschappelijk plankton. En ik wist niet dat die academische onderwaterwereld zo divers zou zijn! Onder de oppervlak is niets wat het lijkt. Als een soort lichtbreking verandert de onderzoekslijn die ik uitgezet had, onder water van richting.
Ach, zo hoort het ook. Een goed onderzoek werpt meer vragen dan antwoorden op, zoals ook bij mij. Ik heb de afgelopen dagen verschillende mensen gesproken en die me nieuwe dingen leerden (en vooral afleerden!). Zondag sprak ik met een etnomusicoloog, die me meer kon vertellen over de muzikale kant van muziektherapie. Hij had onlangs een (eerste!) conferentie georganiseerd voor muziektherapeuten in Turkije. Dat was op een soort kennismaking uitgelopen, want het bleek dat die muziektherapeuten elk hun eigen manier van werken hadden. Van een breed gedragen, soefi-georiënteerde therapievorm is dus geen sprake! Vlees noch vis dus, maar ik heb wel weer wat muziektherapie-adresjes gekregen om te bezoeken.
Daarnaast sprak ik vandaag weer met een man die veel weet over soefi-rituelen. Hij is antropoloog en heeft ook een achtergrond in religiestudies, dus hierdoor kreeg ik weer nieuwe ideeën over de spirituele kant van het verhaal. Door ook aandacht te schenken aan de bredere soefirituelen (niet alleen de muziekthearpeutische kant) ontstaat er kleurrijker beeld van de (helende) betekenis die de soefitraditie voor mensen kan hebben. Toch blijft het al met al een beetje voelen alsof ik in verschillende vijvers probeer te vissen. Die van de muziektherapie en die van de geestelijke verzorging (en eigenlijk nog veel meer...).
Gelukkig blijft er nog wel een plek waarbij deze gebieden in hetzelfde vaarwater zitten: het soefi-muziektherapiecentrum. Morgen praat ik met de eindbaas van dit instituut, en hopelijk kan ik daar ook nog wat muziektherapiesessies bijwonen. Het is een van de spilfiguren in mijn onderzoek, dus ik ben erg benieuwd. Naast al deze afspraken ben ik vooral heel veel aan het mailen naar mensen die me verder kunnen helpen. Het is nogal een speurwerk deze mensen te vinden. Doordat ik als het ware een eigen, specifiek onderzoeksveld heb gecreeerd, moet ik de mensen overal vandaan halen. Dit is een uiterst creatief hengelwerkje, waar ik naar eigen zeggen erg goed in ben.
Je moet gewoon een beetje assertief zijn. Te zuiver water bevat immers geen vis, dus een beetje durf en brutaliteit om mensen te benaderen kan geen kwaad. Zo heb ik al contact gehad met Azerbeidjanen, Amerikanen, Canadezen, en vele Turken die me allemaal verder hebben geholpen (of hopelijk nog gaan doen!). Een levendige virtuele academische gemeenschap waarvanuit ik vaak te horen krijg dat ik een interessant onderwerp te pakken heb, en dat ze heel benieuwd zijn naar mijn resultaten. Het wil goed bijten dus, aan het aas van de hengels, uitgegooid op wereldzee.
p.s. door deze verhaaltje heb ik wel trek gekregen in een visje :) ik ga dus maar gauw wat lekkers halen!
Mijn eerste muziekles op de Intensive Care
Ik ben nogal gauw onder de indruk van luxe dingen. En luxe interpreteer ik daarbij vaak heel ruim. Dus als iets groot is, of in het midden van iets, of veel voor weinig, of onbeperkt, of vol met technologische snufjes dan heb ik al gauw het idee dat het heel wat voorstelt. Ik kan dus mijn lol niet op in het Instituut waar ik nu verblijf. Ik heb een grote hotelkamer in een nog veel groter gebouw, dat midden in de Herestraat van Istanbul staat. Het verblijf en mijn onkosten worden vergoed en ik kan onbeperkt thee, koffie en water krijgen op het dakterras van het instituut dat uitkijkt over de hele stad. Tot slot, en dat vind ik nog het mooiste, heb ik een pasje waarmee je alle deuren kan openen en waarmee je zelfs de lichten kunt ontsteken in je eigen kamer...!
Ik kom mijn huis dus (bijna) niet meer uit. Maar dat is niet alleen vanwege de luxe. Ik heb het namelijk te druk om de stad te bekijken! Als ik een afspraak heb staan vertrek ik 's ochtends al vroeg, want in Istanbul staat een permanente file zodat je busrit al gauw een uurtje duurt. En als ik uiteindelijk weer thuis ben moet ik mijn aantekeningen uitwerken, dat ook erg veel tijd in beslag neemt. Na nog wat mailtjes sturen is het tijd om te eten en meestal ben ik daarna bekaf, dus blijf ik lekker in mijn luxe kamertje om nog eens rustig de dag door te nemen - zoals nu.
Want wat heb ik al een indrukken verzameld in de twee dagen dat ik met mijn onderzoek onderweg ben! Gister heb ik kennisgemaakt met het Memorial hospital en hun muziektherapie. Aangezien deze muziektherapie op de intensive care wordt uitgevoerd, verwachtte ik een hectische bedoening aan te treffen waarin ik zou moeten vechten voor elke minuut aandacht die ik kon krijgen. In mijn notitieboekje had ik dus een aantal onderzoekseisen geformuleerd. Minimaal 3 interviews van elk 3 kwartier, een gesprek met de directeur van het ziekenhuis, minimaal 2 weken elke dag een muziektherapiesessie bijwonen en (bij het gebrek aan tolk) het mogen afnemen van kleine enquetes bij patienten. Het leek wel een verlanglijstje voor de bisschop van Mira.
Maar wat bleek? Ik werd hartelijk ontvangen (ga zitten, wil je koffie of thee?) en al gauw liet de dokter mij zijn verzameling muziekinstrumenten zien; van luit tot melodica. Het was alsof ik bij mezelf op bezoek was. Na een uitgebreid gesprek gingen we naar de enige (!) IC patiënt van die dag: een joodse man (hij spreekt ook Frans en Spaans hoor, dus vraag hem gerust hoe hij zich voelt!'). Juist ja. De dokter vertelde dat hij zijn nummers zorgvuldig uitkoos uit op basis van de achtergrond van een patiënt. Na een aantal voor mij onbekende nummers herkende ik opeens 'Hava Nagila' als afsluiting van de sessie met de joodse man. Een beetje een inkopper was dat wel, een beetje Robbie Williams' 'Angels' aan het einde van een avondje stappen.
Intussen was het lunchtijd en kreeg ik een ziekenhuismaal voorgeschoteld terwijl de dokter en ik vrolijk doorpraten. Begrijp me goed, het was heel interessant wat hij vertelde over zijn ideeën rondom muziek. Een erg bevlogen en gepassioneerde man die muziek zag als een manier om van mens tot mens in contact te komen. Een echte presentiebeoefenaar! Toen hij begon over zijn passie voor gypsymuziek, en de youtubefilmpjes ten tonele verschenen ben ik langzaam afgehaakt. Even genoeg informatie voor die dag, maar wel inspirerend!
Gewoontes
Reizen heeft iets heel ongewoons en onwennigs. Het is bijna niet mogelijk een normaal ritme aan te houden en te doen wat je gewend bent, omdat je nooit precies weet wat er gaat gebeuren. Nou ken ik mijzelf niet als een iemand die gewend is aan een regelmatig en orderlijk leven dat overloopt van vaste gewoontes. Integendeel, ik voel me soms meer een nomade die van het ene moment naar het ander zwerft. Of dit nou komt door mijn zigeunerbloed of mijn joodse voorouders laat ik daarbij maar in het midden.
De reis die ik nu achter de rug heb (en ik verklap alvast dat ik nu uitgereist in Istanbul ben aangekomen) is me dus op het lijf geschreven. Reizend slapen, van hostel naar hostel, nergens een vast ritme: heerlijk! Gewenning is onmogelijk. Maar iedereen kent de wijsheid dat je op reis 'pas echt jezelf leert kennen'. En inderdaad, ik verraste mijzelf door de keurige bedtijden die ik aanhield, mijn verlangen naar het normale Nederland (lekker Boer zoekt Vrouw kijken op zondagavond) en de dingen die ik leuk vond om te doen: winkelen.
Dat winkelen dat gaf me nou echt een 'home sweet home'-gevoel. Temidden van al die steden met vreemde talen, munten en mensen vond ik het heerlijk om de lokale Herestraat af te struinen (zwerven?) om te kijken wat ik wel en niet zou willen kopen. Zelfs extra blij werd ik van een kringloopwinkel die ik in Bulgarije trof, die zowaar nog 'happy hour' had wat maakte dat alles de helft van de prijs was. Het winkelen maakte dat ik toch nog iets deed wat ik gewend was.
Het heeft wel iets triests om zoveel vertrouwds te vinden in dat kapitalistische winkelen. Soms ben ik wel eens jaloers op katholieke buitenlanders, die iets vertrouwds lijken te vinden in de kerken die ze bezoeken. Temidden van een vreemde stad zie ik ze dat ze, voor heel even, op hun plek zijn. Het ontkerkelijkte Nederland heeft zo zijn eigen kerken en kathedralen, Starbucks, Burger king en H&M genaamd. De aflaat die je daar betaalt voor de zonde even niet te hebben geconsumeerd, is niet hoog - en je krijgt er nog een lekkere hamburger of een kop koffie voor terug ook.
Een andere gewoonte die ik miste was het ritme van werken en leven, kortom: de work-life balance. Ik heb de afgelopen week alleen maar vrije tijd gehad, zonder te hebben gewerkt. Maar na zo'n week verlang ik er weer naar om me ergens op te richten, me ergens voor in te zetten, hard te werken. Pas dan bestaat er ook echt vrije tijd. Dat ik vandaag dus naar het instituut 'mag' en ik me kan gaan concentreren op mijn onderzoek vind ik dus eigenlijk wel lekker. Een goeie gewoonte dus, die ik hopelijk gekoesterd en wel terugneem naar Nederland.
De slechte gewoonte die ik op reis heb, maar die ik niet gauw zal missen als ik thuis ben is de volgende: bed bugs. Altijd als ik op reis ben val ik ten prooi aan die vreselijke beesten, waar ik flinke huiduitslag van krijg. En aangezien ik ook de gewoonte heb van alles wat ik doe een foto up te loaden, kunnen jullie je vanavond verheugen op een lekker ranzig kiekje. Én: een extra update over mijn eerste indrukken van Istanbul en het instituut.
Güle Güle!
Reiziger 2.0
Wat ik zo goed vind aan reizen is dat je leert ervaren hoe het is om een buitenlander, een buitenstaander te zijn. Ik begeef me constant tussen mensen wiens taal ik niet spreek, die er andere gebruiken op nahouden en er anders uitzien. Zo werd ik in Belgrado verrast door de manier waarop mensen bij het busstation in een rij aansluiten (lees: voordringen), waardoor ik dus telkens geen kaartje kon kopen. Of weet ik in Sofia nog steeds de wisselkoers niet, terwijl ik al heel wat heb uitgegeven. Maar op welk punt ik het telkens écht niet begrepen heb, is kleding. Voor sommige mensen is dit geen nieuws, maar het is pas in het buitenland dat je echt met jezelf geconfronteerd wordt.
Waar het op neerkomt, is dat ik erachter gekomen ben dat mijn schoenen nét te klein zijn. Dat is nou jammer, want omdat ik ook het openbaar vervoer niet altijd snap, loop ik praktisch de hele dag door de stad. Daarnaast, en dat is mijn grootste ergernis, heb ik een winterjas meegenomen - omdat dat de enige jas was die tegen regen kon. Het toeval wil echter dat het hier weinig regent, het constant rond de 19 graden is en ik het dus altijd te warmheb, zeker met een backpack op mijn rug. Oja, mijn backpack, die is eigenlijk net iets te vol en mijn handtas net te klein. Laten we het geklungel in de categorie 'kleding' dus maar gerustuitbreiden naar'kleding en accesoires'.
Waar hetechter eerst mijn angst was op straat al te veel herkend te worden als 'klungelige reiziger', wordt ik juist in de backpackhostels nog vreemder aangekeken. Ook mijn taalgebruik draagt daar aan bij. Ik weet net niet zo vlot als de rest 'nice to meet you, where 're you from?' te zeggen. Die vraag beantwoord ik overigens altijd met I am from Holland', terwijl zevaak bedoelen waar je net vandaan komt. Steevast volgt er dus een onhandige uitleg van mijn kant dat ik niet in één dag van Nederland naar de Balkan ben gereisd, waarna het gesprek meestalgauw is afgerond.
Toch heb ik mijzelf vanochtend uitgeroepen tot 'Reiziger 2.0'. Ik laat mijn jas voortaan in het hostel, heb voor het eerst van de tram en de metro gebruikgemaakt zodat mijn schoenen niet te klein
zouden zijn, en is mijn backpack een stuk leger doordat ik de hele dag mijn laptop heb meegesjouwd (dat is dan weer een minpuntje). Maar, het belangrijkste van alles, ik heb er schik in. Dat reizen
past me inmiddels wel. Ik sta zelfs op het punt om nog een dagje langer in Sofia te blijven, omdat het zo'n interessante stad is. Interessant en herkenbaar, in haar verschillende fasen die ze heeft
meegemaakt tijdens haar (historische) reis. Van Oostblokland tot EU-land: ook Sofia is 2.0 geworden. *
* over deze lijn van vooruitgang kun je overigens je twijfels hebben, maar het was in elk geval de visie van onze Bulgaarse gids, die ons vanochtend door de stad leidde.
Thuis in Belgrado
De nachttrein die me in Belgrado bracht, gaf een ervaring die ik niet snel zal vergeten. Ik zat alleen in een coupe die geschikt was voor zes personen (de chinezen naast mij moesten zich er inderdaad met z'n zessen in schuilhouden, terwijl ik alle ruimte had). Ik zeg schuilhouden, want liggend op een ouderwets groen bedbankje, in een waggelende trein in een Oostblok-omgeving, deed het mij al heel gauw denken aan een oorlogsfilm of -spel (voor de insiders: een 'call of duty'-sfeertje)...
In de coupe naast mij hoorde ik bijvoorbeeld mannenstemmen praten in een Slavische taal, waardoor het algauw een beetje verdacht klinkt. Ik stelde me voor dat ze het hadden over hun missie. De trein stopte op vele verlaten, industriële stationnetjes, midden in de nacht, waarna er inderdaad mannen (officieren) met zaklampen rondom de trein liepen (natuurlijk op zoek naar bommen of verstopte soldaten). Het hoogtepunt in deze oorlogsfantasie vormde de nachtelijke grenscontrole, waarbij er ruw op mijn coupé werd geklopt en er met een zaklamp fel in mijn gezicht werd geschenen om te kijken of ik werkelijk zo onschuldig was als ik op mijn paspoortfoto leek. Gelukkig, ik mocht het land binnen en kwam keurig om 06.00 uur aan in Belgrado.
Aangekomen in mijn hostel heb ik eerst nog even geslapen, en daarna hing ik er rond, op zoek naar een thuis-gevoel. Dat kreeg ik er niet, sterker nog, als ik uit mijn raam keek zag ik een vreemde stad die ik nog niet eens bekeken had. Voor mijn gevoel was ik echt verdwaald. De beste remedie tegen dit gevoel bleek: mensen. Ik sprak af met een meisje via de couchsurfing-website (een netwerk van mensen die reizigers willen ontmoeten). Ik skypte nog even met Kees en toen ik s middags te stad in ging ontmoette ik opeens diverse mensen, wat me erg goed deed.Je moet er gewoon een beetje energie in steken. Dat was ik vergeten: In het dagelijks leven komt alles wel op jou af, maar hier gebeurt er niks als je zelf niks doet. Gelukkig wist ik dit nu. De knop was om.
In het park (zie foto's) zag ik een aantal oude mannen schaken. Ik ging erbij staan, en werd algauw uitgenodigd om te spelen. Ik had wel zin om een potje schaak te winnen, dus ik schoof gauw aan. Ze bleken echter veel te goed voor mij. Ik verloor twee keer, maar dat gaf niks. Bij het schaken ontmoette ik nog wat andere mensen, waaronder Leo uit Chili. Met hem verkende ik de rest van het park en de stad. Ik moest bijna haasten om op tijd te zijn voor mijn andere afspraak met het couchsurfmeisje. Ik had opeens een leven in deze vreemde stad! Thuis in Belgrado, wie had dat ooit gedacht.
Een treinreis met als tussenstation: heimwee
Ik geloof dat ik mijn woorden over het reizen van tegenwoordig terugneem. Het leek me zo makkelijk om, gewapend met mobiel en laptop, in mijn eentje Europa in te trekken... maar het valt me tegen. Het gevoel ver van huis te zijn bekruipt me zo nu en dan, en dat is niet aangenaam. Het is wennen om iets volledig voor je eigen plezier te doen, steeds de enige te zijn in wat je doet. Ik moet me daar nog wat meer in thuis voelen.
Gelukkig was ik niet helemaal alleen in de stad die ik net bezocht. In Wenen was Riannon er om zich over me te bekommeren, en dat was erg gezellig. De avond begon meteen bijzonder: ik had ontdekt dat er in Wenen een Soefi mzueikgroep actief was, die (toevallig!) elke dinsdagavond bijeenkwam. Toen ik ze had gemaild, bleek dat ze oefenden in een gebouw dat letterlijk 2 (!) straten van Riannons appartement was verwijderd. Zulk toeval moet je niet laten schieten, en daarom bezocht ik, samen met Riannon, de muzikale repetitie. Achter een grote schuurdeur aan de straatkant bleek een binnenpleintje te zijn waaraan het Soefilokaal grensde. Perzische tapijtjes op de grond, een klein potkacheltje in de hoek, schoenen uit en zitten.
Al gauw bleek dat ze speciaal voor mij bijeengekomen waren, en ik kreeg het vermoeden dat de verwachtingen hooggespannen waren. Na enkele vragen (Speel je zelf ook een Turks instrument? Ben je musicoloog? Ken je het Ottomaanse toonsysteem?) lieten ze me gelukkig met rust en begonnen ze te spelen. Ik echter was er niet geruster op geworden en kreeg vooral het idee dat ik mijn rol als 'researcher' niet helemaal waarmaakte. Had ik ook wel genoeg achtergrondkennis om in deze materie te duiken? Is het uberhaupt mogelijk zon nieuwe wereld te begrijpen? Het was uiteindelijk de Turkse muziek zelf die me kalmeerde en de vragen liet voor wat ze waren.
Na dit verrassende uitstapje pilsden we nog even af in een gezellig kroegje om de hoek. Het soefi-muzieklokaal en de kroeg leken tot dan toe de enige plekken waarbij de mensen vriendelijk waren. Op straat hangt er in Wenen een soort levenloze sfeer, waarbij iedereen ongeveer dezelfde neutrale, licht afkeurende (ik zeg licht, want afkeuring zou teveel emotie verraden) blik. De Weense mensen lijken er een vreemd soort genoegen in te scheppen om zich zo goed mogelijk aan de regels te houden. Wenen: keurig in orde! zou volgens mij de stadsslogan zijn die de lading het beste dekt. Toch heb ik er, samen met Riannen, een leuke tijd gehad.
Ik zit nu in de trein naar Boedapest, waar vanuit ik de nachttrein neem naar Belgrado. Onderweg tussen steden, landen doorkruisend, station na station achterlatend. 'Waar ben jij.nu?' lijkt opeens een hele diepzinnige vraag. Ik ben nergens, begeef me overal midden in, maar altijd ergens in het midden. En op zulke momenten dwalen je gedachten al gauw af naar je vertrekpunt: thuis. Is het heimwee? In ieder geval een verlangen naar een vertrouwde plek. Toch hoop ik dat dat gevoel verandert, en ik me de komende dagen meer en meer op mijn eindbestemming kan richten: Istanbul, dat als vertrekpunt voor mijn onderzoek mij steeds vertrouwder worden zal. Hopelijk :)